Ossenkop

‘Ik heb iets voor je, mjong.’
Hij stond op en liep om de tafel heen, pakte het pakket en gaf het aan zijn zoon. ‘Hier,’ zei hij.
Zelf stamde hij uit de tijd dat de [Slagers]vakschool nog niet bestond, dat je alles van je vader leerde, inclusief de fouten die al eeuwenlang van generatie op generatie werden doorgegeven. En iedere generatie voegde weer nieuwe fouten toe. Wel had hij de Handelsschool doorlopen, en hij was erin geslaagd de thuisslachterij van zijn vader uit te bouwen tot een heuse winkel. En nu zat zijn opvolger tegenover hem, die er misschien in zou slagen een tweede, derde, vierde winkel te openen, maar die in elk geval voor deze winkel zou zorgen. Dat zijn zoon voor sommige dingen geen talent had, dat hij meer om de waren dan om de klanten gaf was problematisch, maar vast niet onoplosbaar.