Slagerszoon Rensing zit na zijn afstuderen van de Slagersvakschool, midden jaren zeventig, boordevol ideeën om het slagersvak te vernieuwen, van vleesverlanglijstjes tot een drive-through. Als hij de slagerij van zijn vader overneemt, brengt hij die plannen, waar mogelijk, in de praktijk. Er is één probleem – nou ja nee, Rensing heeft meer dan één probleem, maar dit is het het grootste: hij wil niet inleveren op kwaliteit. Kwaliteit is immers wat de mensen willen! Anders zijn ze gek. En als ze gek zijn, lopen ze maar door naar die net geopende supermarkt even verderop in het dorp, waar ze nog geen cervelaat van een salami kunnen onderscheiden.
Rensing is niet wat je noemt een mensen-mens. Toch houdt hem dat niet tegen in zijn poging om diezelfde mensen te heropvoeden tot zijn ideale klanten. Zelf ziet hij die drang om te veranderen als innovatieve ondernemingszin, maar wat Rensing in wezen is, is een reactionaire purist die is blijven steken in de tijd.
En toch wil je dat alles goed met hem komt.
Read More