Het beste coronaboek, zonder dat het over corona gaat. Maar wel over een stel dat gezellig samen social distancet in hun Amsterdamse appartement. De vrouw wil graag een kind met haar partner, hij – veel ouder dan zij – heeft er al één, maar het contact is ooit verbroken. Zij weet niet waarom, en ze vraagt er niet naar terwijl ze samen aan de keukentafel werken. Via de reflectie van zijn brillenglazen ziet ze waar hij naar kijkt: staafdiagrammen, Facebookupdates. Ondertussen zit zij op Marktplaats. Ze wil een groot gebaar maken, hem verrassen, maar boven alles lijkt het alsof ze hem beter wil leren kennen, nader tot hem wil komen, tot deze man die zijn saaiheid net zo zorgvuldig onderhoudt als zijn bonsaiboompje. Dat zij later verzuipt. Als lezer vraag je dan allang niet meer af óf de bubbel barst, maar wanneer, en kun je weinig anders doen dan je alvast verstoppen achter je spatscherm.
Lees vooral ook de geweldige recensie die Charlotte Remarque schreef voor De Groene. [Fragment?] Voor dit boek werd Lena Kurzen (die/diens) genomineerd voor De Bronzen Uil 2024.
Read More
Ik lees zelden flapteksten. Boeken zoek ik uit op de kaft, titel, naam, aanraders, geruchten. Vaak krijg ik ze cadeau. Soms pakt een boek me meteen, soms moet ik meerdere keren opnieuw beginnen. A Ghost In The Throat behoorde tot de eerste categorie, en toch begon ik na een pagina of 50 weer van voren af aan, omdat ik me tot die tijd niet had gerealiseerd dat ik geen fictie aan het lezen was, maar een essay. Juist daarom had een vriendin het me cadeau gedaan: dit boek dat in Ierland, direct na publicatie, rond begon te zingen, prijzen won, een meesterwerk werd genoemd, was de onverwachte non-fictie hit waarmee ze mij, (ook) essayschrijver, vast heel blij kon maken. Ja. En nee. Dit is zo’n boek waardoor je het als schrijver allemaal wilt opgeven. Laat maar. Dit niveau haal ik nooit. Handdoek in de ring, alles. De taal is hynotiserend, de vertelstem esoterisch en nuchter tegelijk, de onderwerpen gruwelijk en banaal en herkenbaar en episch. Hoe moet je dit ooit vertalen, dacht ik, maar Caroline Meijer kreeg het voor elkaar. En ze staat niet eens op de cover. Belachelijk. Anyway, via de link hierboven kun je lezen hoe de vertaler deze monsterklus voor elkaar heeft gebokst en waar het boek over gaat. Een boek dat ik elk jaar wel weer opnieuw zou kunnen lezen.
Read More